Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor iedereen die vermoedens heeft van kindermishandeling en huiselijk geweld
In het eerste halfjaar van 2022 ontving Veilig Thuis 59 985 meldingen van kindermishandeling en huiselijk geweld. Hiervan was 38 procent een hermelding. Dat wil zeggen dat de melding ging over personen die al eerder bekend waren bij Veilig Thuis, maar waar de betrokkenheid van Veilig Thuis op dat moment al afgelopen was. Daarnaast gaf Veilig Thuis 66 155 adviezen. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.
Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor iedereen die vermoedens heeft van kindermishandeling en huiselijk geweld. Iemand die contact opneemt met Veilig Thuis kan advies krijgen in de vorm van aanwijzingen, raadgevingen en tips om zelf verder te handelen in situaties van (vermoedelijk) huiselijk geweld en/of kindermishandeling. De verantwoordelijkheid voor eventuele vervolgstappen blijft dan bij de adviesvrager. In het eerste halfjaar van 2022 daalde het aantal adviezen met 0,7 procent ten opzichte van het tweede halfjaar van 2021.
Wanneer een advies niet mogelijk is omdat de situatie te complex of te ernstig is, kan iemand een melding doen. In dat geval komt Veilig Thuis in actie. Veilig Thuis stelt de voorwaarden voor een veilige situatie vast en schakelt, indien nodig, vervolghulp in. De verantwoordelijkheid ligt dan bij Veilig Thuis. Het aantal meldingen steeg in het eerste halfjaar van 2022 met 2,5 procent ten opzichte van het tweede halfjaar van 2021.
Meerdere meldingen over dezelfde personen
Veilig Thuis legt bij elke melding vast wie de directbetrokkenen zijn. Dit zijn degenen die huiselijk geweld en/of kindermishandeling begaan of ondergaan en degenen die tot hun huishouden of gezin behoren, voor zover Veilig Thuis directe bemoeienis met hen heeft gehad. Bij een melding kunnen de directbetrokkenen wel of niet al bekend zijn bij Veilig Thuis.
In het eerste halfjaar van 2022 was 38 procent van de meldingen een hermelding. In deze situatie waren één of meer van de directbetrokkenen al eerder bekend bij Veilig Thuis in de voorgaande drie jaar, maar was de betrokkenheid van Veilig Thuis al afgelopen. Bij 34 procent ging het om een eerste melding en was geen van de directbetrokkenen al bekend bij Veilig Thuis.
In 27 procent van de gevallen betrof het een vervolgmelding. Een vervolgmelding gaat over directbetrokkenen waar Veilig Thuis op dat moment al actief bij betrokken is vanwege een eerdere melding. Zo’n melding kan op verschillende momenten bij Veilig Thuis binnenkomen. Een vervolgmelding kan al snel na de eerdere melding binnenkomen wanneer Veilig Thuis nog bezig is met de veiligheidsbeoordeling van de eerdere melding (11 procent). Het is dan waarschijnlijk dat het om hetzelfde incident gaat. De vervolgmelding kan ook na de veiligheidsbeoordeling binnenkomen (10,4 procent), of nog later, wanneer Veilig Thuis de actieve betrokkenheid al heeft afgerond en in de monitoringsfase zit (5,7 procent). In deze gevallen is de kans groot dat het om een nieuw incident gaat.
Forse verschillen tussen regio’s in aantal hermeldingen
Het aantal hermeldingen verschilt tussen regio’s. In Gooi- en Vechtstreek is het aandeel hermeldingen het laagst met 20,6 procent en in Zuid-Limburg het hoogst met 52,5 procent.