Mensen hoeven niet mee te werken aan een verzoek om het medisch dossier op te vragen voor een instantie of organisatie
Instanties en organisaties vragen nog steeds aan mensen of zij hun medisch dossier willen opvragen en laten zien. Dat blijkt uit onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland. Van de ruim achtduizend mensen die meededen zei bijna een op de vijf (19 procent) dat zij in de afgelopen vijf jaar het eigen medisch dossier hadden opgevraagd op verzoek van een instantie, zorgverlener of (uitkerings-)organisatie. Bij een vergelijkbaar onderzoek in 2014 was dat 16 procent.
Mensen hoeven niet mee te werken aan een verzoek om het medisch dossier op te vragen voor een instantie of organisatie. De gebruikelijke weg is dat zo’n instantie aan de betrokkene toestemming vraagt om bij een zorgverlener informatie op te vragen. 63 procent van de ondervraagden weet dat dit de juiste weg is, maar 37 procent weet dat niet.
Patiëntgeheim is nodig
De Patiëntenfederatie ziet het onderzoek als ondersteuning voor het pleidooi voor een patiëntgeheim. Een patiëntgeheim beschermt de medische data tegen oneigenlijk gebruik door instanties, overheden of zorg. Dat is nodig omdat mensen in de nabije toekomst hun eigen medische data kunnen beheren in een persoonlijke gezondheidsomgeving. Data die bij een zorgverlener zijn opgeslagen vallen onder het medisch beroepsgeheim, maar dat geldt niet voor data die de patiënt zelf beheert. Daarom is er een patiëntgeheim nodig, vergelijkbaar met het medisch beroepsgeheim.
De Patiëntenfederatie wil zo voorkomen dat mensen zich onder druk gezet voelen om hun dossier af te staan. Uit het onderzoek blijkt dat dit gebeurt. Mensen krijgen te horen dat hun WMO-aanvraag wordt afgewezen of dat ze geen verzekering kunnen afsluiten als ze het dossier niet laten zien. Als er een Patiëntgeheim is kunnen mensen zich daarop beroepen en hun medische data voor zich houden.
Bekijk hier de flitspeiling met de resultaten van het onderzoek
Bekijk hier meer informatie over het Patiëntgeheim