Het brede palet van de sportarts

Met het EK Vrouwenvoetbal is er voor sportarts tevens bondsarts vrouwenelftal Karin Thijs een intensieve periode aangebroken.

Zo moet volgens de UEFA-richtlijn iedere speler voorafgaand aan een toernooi verplicht zijn gescreend. En vrouwen zitten net even anders in elkaar dan mannen: ander lichaam, andere fysiologie, andere risico’s, ander soort blessures.

Tweeënhalve dag in de week werkt Karin Thijs als sportarts in het UMC Utrecht en tweeënhalve dag in het Sport Medisch Centrum van de KNVB. “Een mooie combinatie”, vertelt ze, “waarbij het mes aan twee kanten snijdt. Nu met de voorbereidingen op het EK vrouwenvoetbal in Zeist – begint zondag 16 juli – kan ik gebruik maken van mijn netwerk in het UMC Utrecht: onder andere de radiologie en de cardiologie. Van de medische keuring maakt ook een hart-echo verplicht deel uit. De beoordeling ervan doe ik met een van de cardiologen van het UMC Utrecht; bij de Cardiologie zit een enorme ervaring en kennis van het hart.”

PREVENTIE, BEHANDELING, REVALIDATIE

Houdt Thijs zich bij de KNVB vooral bezig met topsport en de preventie en behandeling van blessures en ziekten, in het UMC Utrecht ziet zij zowel de amateursporters – met vermoeidheidsklachten of inspanningsgebonden klachten van gewrichten, hart en longen – als patiënten. “Als sportarts heb ik door dit brede palet meer het totale fysieke plaatje in beeld. Zo kan een hartpatiënt ook last hebben van comorbiditeiten als COPD en gewrichtsklachten. Vanuit een totale benadering van het lichaam en de belastbaarheid kan ik eraan bijdragen dat deze patiënten zich weer prettig weten te bewegen, wat een positief effect heeft op hun gezondheid. Vanuit dit perspectief zet ik me als sportarts naast de behandeling van sporters ook in voor de revalidatie van hart- en kankerpatiënten.”

KENTERING

De geneeskunde is nog voornamelijk op mannen gericht, maar daar komt steeds meer verandering in. Ook bij de sportgeneeskunde en de cardiologie. Thijs: “In de sport zie je dat blessures en behandeling ervan en preventieve programma’s voornamelijk gebaseerd zijn op onderzoeken die bij mannen zijn verricht. Maar sinds de laatste jaren is een kentering zichtbaar. We zien bijvoorbeeld dat vrouwen in aard en omvang van blessures verschillen. Zo is er bij vrouwen onder andere meer sprake van kruisbandletsels van de knie. Waarschijnlijk heeft dit te maken met onze anatomie: breder bekken en vaker een X-stand van onze benen. Mannen daarentegen hebben weer meer last van liesblessures. En vergeet ook niet de fysiologische en daarmee de hormonale verschillen. Als we deze verschillen goed verwerken in gerichte preventieve trainingsprogramma’s, kan dat veel voorkomen. Verder zou ik deze kennis en ervaring ook willen doortrekken naar de amateursport, daar valt nog veel winst te behalen in goede preventie. Denk alleen al aan het meisjesvoetbal: die jonge meiden zitten in een groeispurt, hierover is meer kennis nodig. Dit kunnen we vervolgens weer breder uitzetten: naar basketbal, handbal, hockey.”

Sowieso wordt steeds meer onderzoek verricht dat uitgaat van de verschillen tussen man en vrouw, met als uiteindelijke doel om beter, gerichter te kunnen behandelen, ook in preventieve stadia. Thijs: “Vanuit de sportgeneeskunde hebben we ook kennis van de afdeling Experimentele Cardiologie van het UMC Utrecht waar de onderzoeksgroep van Hester den Ruijter zich richt op de verschillen tussen man en vrouw bij cardiovasculaire aandoeningen. Samen weten we immers meer. In het kader van hartrevalidatie gaat het er om dat patiënten weer vertrouwen in hun lichaam krijgen, wat sterker worden, voelen dat het eigen lichaam meer aankan. Kortom, bewust én duurzaam bewegen voor meer kwaliteit van leven.”

Tags bij dit artikel:

• UMC Utrecht
• preventie
• behandeling
• KNVB
• brede
• palet
• sportarts
• topsport
• blessures
• vermoeidheidsklachten
• gewrichten
• gewrichtsklachten