Inclusief onderwijs moet een combinatie zijn van het beste uit het speciaal onderwijs en het beste uit het regulier onderwijs

Minister Wiersma van primair en voortgezet onderwijs heeft deze week in een brief aan de Kamer heel duidelijk uitgesproken dat inclusief onderwijs de norm wordt in Nederland. In de brief schetst hij de route om stapsgewijs toe te werken naar inclusief onderwijs in 2035. Ieder(in) is heel blij met deze opstelling van de minister. Wel vinden we dat er meer moet gebeuren dan nu wordt voorgesteld om de juiste voorwaarden te creëren voor deze heel belangrijke verandering van ons onderwijssysteem. Dan gaat het met name om goede zorg en ondersteuning in de klas.

Combineer het beste van speciaal en regulier onderwijs
Ieder(in) deelt de mening van de minister dat inclusief onderwijs de norm moet worden. Want we geloven er heilig in dat het voor kinderen beter is om samen op te groeien en samen te leren. Kinderen met een beperking horen er dan vanaf het begin bij. Dit bevordert hun deelname aan de maatschappij. Dit wil echter niet zeggen dat we pleiten voor het opheffen van het speciaal onderwijs. Integendeel, we vinden dat inclusief onderwijs een combinatie moet zijn van het beste uit het speciaal onderwijs en het beste uit het regulier onderwijs. (Ons standpunt over inclusief onderwijs is tot stand gekomen na een uitgebreide gedachtewisseling met de achterban en is in overeenstemming met het VN-verdrag Handicap).

Het is goed om te zien dat de minister ook op deze lijn zit. Hij schrijft: “Kennis die is opgebouwd in het gespecialiseerd onderwijs komt breder beschikbaar en wordt in het regulier onderwijs ingezet. De (inclusieve) school kan een beroep doen op ondersteuning en expertise uit het gespecialiseerd onderwijs, jeugdhulp en zorg om aan de ontwikkelingsmogelijkheden van alle jongeren tegemoet te komen. Als het voor hun ontwikkeling belangrijk is dat jongeren tijdelijk of voor langere tijd overstappen naar een speciale onderwijsvoorziening of zorg dan kan dat.”

De route
De komende drie jaar zal vooral gebruikt worden om voorlopers op het gebied van inclusief onderwijs te ondersteunen en voor het opbouwen en delen van kennis. Daarnaast komt er meer ruimte voor experimenten met een intensieve vorm van samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs. Die samenwerking moet leiden tot volledige integratie van het speciaal onderwijs in het regulier onderwijs.

Na deze eerste fase van drie jaar zal de vrijblijvendheid voor scholen steeds meer afnemen en gaan er geleidelijk meer verplichtingen gelden. Deze periode zal ook worden gebruikt om wet- en regelgeving aan te passen. Hoe ver de minister daarin wil gaan is nog niet duidelijk. Wij pleiten ervoor dat het recht op ontwikkeling en non-discriminatie wordt vastgelegd in deze nieuwe wetgeving. Dit biedt ouder en kind de rechtsbescherming die nu ontbreekt bij bijvoorbeeld een geschil over (het recht op) passend onderwijs.

Investeren in ondersteuning en kennis is nodig
Het is dus de bedoeling dat het onderwijs geleidelijk toewerkt naar inclusief onderwijs. Maar ook dan moeten scholen en leraren goed in staat worden gesteld de stap naar inclusief onderwijs te zetten. De transformatie van het onderwijs kan niet zonder financiële investering. Dat die investering ontbreekt baart ons zorgen. Zo moet er een veel betere verbinding komen tussen zorg en onderwijs om inclusief onderwijs te kunnen realiseren. En er moeten middelen beschikbaar komen om het team op school aan te vullen met onderwijsassistenten, zorgverleners of (intern/ambulant) begeleiders met specialistische kennis. Het is zaak dat alle professionals, waaronder de leraar, van elkaar leren in de praktijk. Pas dan kan er tegemoet worden gekomen aan de diversiteit aan leer- en ondersteuningsbehoeften in een klas.

Vervolg
De werkagenda is de eerste stap in een langer proces waarin uiteindelijk van alle scholen een ontwikkeling richting inclusie wordt verwacht. Ieder(in) is, samen met andere partijen, in gesprek met het ministerie om de contouren van de werkagenda verder uit te werken. Jongeren en ouders zullen actief betrokken worden bij deze verdere concretiseringsslag.

Leer van voorlopers
Veel scholen en leraren stellen zich nog afwachtend op tegenover inclusief onderwijs. Ook omdat ze zich er eigenlijk nog geen voorstelling van kunnen maken. Voor iedereen die nog aarzelt en zich afvraagt of inclusief onderwijs wel haalbaar is, heeft Ieder(in) een document gemaakt met kennis vanuit scholen die vooroplopen. Want er zijn al veel scholen die laten zien dat het kan.

Lees hier de brief van minister Wiersma.

Inclusief onderwijs – Ieder(in)

Standpuntdocument Inclusief Onderwijs – Ieder(in)

Bron: Ieder(in)