In Nederland wordt jaarlijks acht procent van de baby’s te vroeg geboren, namelijk vóór de 37e week van de zwangerschap
“Extreem te vroeg geboren kinderen overleven steeds vaker”, aldus hoogleraar neonatologie Manon Benders. “Maar de langetermijngevolgen door hersenschade en verstoorde hersenontwikkeling dalen niet.” Een Europees consortium van wetenschappers krijgt daarom totaal 9 miljoen euro voor onderzoek naar de behandeling van hersenschade bij te vroeg geboren baby’s.
In Nederland wordt jaarlijks acht procent van de baby’s te vroeg geboren, namelijk vóór de 37e week van de zwangerschap. Eén procent wordt zelfs vóór de 28e week van de zwangerschap geboren. Na vroeggeboorte zijn de hersenen nog onrijp en kunnen beschadigd raken. Die schade aan de hersenen kan in het latere leven verstrekkende gevolgen hebben, zoals motorische of verstandelijke beperkingen en gedrags- en emotionele problemen.
Nieuwe therapie
Van de 9 miljoen euro gaat 1,2 miljoen euro naar onderzoekers van het UMC Utrecht. “Met het geld van de Europese subsidie gaan we een nieuwe therapie ontwikkelen om hersenschade bij te vroeg geboren kinderen te verminderen”, vertelt hoofdonderzoeker Cora Nijboer. Cora is de hoofdonderzoeker van de Utrechtse onderzoeksgroep. “Deze therapie is gebaseerd op stamcellen die we onder andere via neusdruppels zullen toedienen", legt ze uit. "Deze methode voor hersenschade bij pasgeborenen is in de afgelopen jaren in Utrecht is ontwikkeld.” Cora werkt nu samen met een onderzoeksteam, de afdeling verloskunde en de afdeling neonatologie om die methode verder te ontwikkelen.
Levensloop
Manon Benders is hoogleraar neonatologie en ook betrokken bij het onderzoek. Ze vertelt dat er op dit moment geen therapie is waarmee hersenschade behandeld kan worden. “Daardoor kunnen we een verstoorde ontwikkeling niet voorkomen.” Manon legt uit dat het voor de rest van de levensloop van belang is om er zo vroeg mogelijk bij te zijn: “Als we in de eerste fase van het leven een verschil kunnen maken in het behandelen van hersenschade en daarmee hun hersenontwikkeling, hebben deze kinderen hier de rest van hun leven voordeel van.”
Ontwikkeling hersenschade
Om kinderen zo vroeg mogelijk in het leven te behandelen, is het belangrijk om te weten hoe de schade ontstaat in de onrijpe hersenen. Daar doet de Utrechtse onderzoeksgroep onderzoek naar. Ook bestuderen ze hoe stamcellen deze schade kunnen verminderen en de hersenontwikkeling juist kunnen ondersteunen en voor wie deze stamceltherapie het meest effectief is. Cora legt uit: “Omdat vroeggeboorte verschillende oorzaken kan hebben, is de samenstelling van de groep patiënten vrij divers. In dit onderzoek gaan we daarom ook bekijken welke groep premature kinderen de meeste baat kan hebben bij de stamceltherapie.”
Internationale samenwerking
De Europese subsidie voor de studie, genaamd PREMSTEM, wordt gecoördineerd door het Institut National de la Santé et de la Recherche Médicale (INSERM) uit Parijs. Verder maken er verschillende andere instituten in Nederland, Europa en Australië onderdeel uit van het onderzoeksconsortium.