Dit blijkt uit de wekelijkse rapportage van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

De druk op de ziekenhuiszorg als gevolg van COVID-19 blijft hoog, maar lijkt iets af te nemen. Zo zijn er meer operatiekamers in gebruik dan vorige week; landelijk gemiddeld 36% minder dan gebruikelijk. Vorige week was dit 41%. 26 ziekenhuizen geven aan de kritiek planbare zorg (zoals kankerbehandelingen) niet meer volledig volgens planning te kunnen leveren. Vorige week waren dit er 28. Negen van deze ziekenhuizen (evenveel als vorige week) kunnen bepaalde vormen van deze zorg niet meer binnen de vereiste zes weken verlenen. 

Dit wil niet zeggen dat patiënten ook daadwerkelijk gezondheidsschade oplopen. Het kan zijn dat andere zorginstellingen de zorg overnemen. Planbare zorg (zoals een knie- heup- of staaroperatie) wordt in 34% van de ziekenhuizen niet geleverd. Dit was vorige week nog 38%. Andere ziekenhuizen leveren deze zorg deels en 2% van de ziekenhuizen kan de planbare zorg weer volledig leveren. Planbare zorg wordt ook door zelfstandige klinieken geleverd. Patiënten die sneller geholpen willen worden, kunnen zich richten tot hun zorgverzekeraar voor zorgbemiddeling. De acute en semi-acute zorg wordt altijd overal verleend. Dit blijkt uit de wekelijkse rapportage van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Verwijzingen
In week 19 waren er 99 duizend verwijzingen naar de medisch-specialistische zorg. Dit aantal is 6% lager dan verwacht (zonder COVID-19); een week eerder was dit 11%. Ook hier is dus sprake van een positieve ontwikkeling. Sinds maart 2020 zijn er in totaal bijna 1,45 miljoen minder verwijzingen dan verwacht. In week 19 waren er ongeveer 6.700 verwijzingen naar de ggz. Dit aantal is vanwege Hemelvaart lager dan de week daarvoor en vergelijkbaar met de verwachting zonder COVID-19. De NZa schat het aantal gemiste verwijzingen naar de ggz door COVID-19 op ongeveer 69 duizend.