Tussen 2015 en 2024 overleden ieder jaar gemiddeld ook 29 mensen die geen inwoner van Nederland zijn, zoals toeristen, illegalen of tijdelijke werknemers
Het afgelopen jaar verdronken in Nederland 107 inwoners en 39 inwoners van andere landen in open water, of in huis of tuin. Dit waren er 7 meer dan een jaar eerder. Dat meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers over doodsoorzaken.
In de afgelopen tien jaar overleden jaarlijks gemiddeld 91 inwoners door een accidentele verdrinking. Driekwart van de verdrinkingen vond plaats in open water: een sloot, rivier, kanaal, gracht, recreatieplas, meer, vijver of in zee. Verder gebeurde ruim 18 procent van de verdrinkingen in huis of tuin.
Tussen 2015 en 2024 overleden ieder jaar gemiddeld ook 29 mensen die geen inwoner van Nederland zijn, zoals toeristen, illegalen of tijdelijke werknemers. In de laatste tien jaar verdronken in totaal 285 niet-inwoners, van wie bijna de helft uit Duitsland of Polen kwam.
Meer 60-plussers dan kinderen verdronken
Tussen 1950 en de eerste helft van de jaren tachtig daalde het aantal verdrinkingsslachtoffers onder inwoners. Dat gold voor alle leeftijdsgroepen, maar vooral voor kinderen. Het aantal accidentele verdrinkingen is het hoogst onder mensen van 60 jaar of ouder. In de afgelopen tien jaar verdronken gemiddeld 0,5 mensen per 100 duizend inwoners. Onder 60-plussers, bijna de helft van alle verdronken mensen, is dat met 0,9 het hoogst en onder tieners is het aantal verdrinkingen met 0,2 per 100 duizend inwoners het laagst.
Vooral ouderen verdrinken vaker door val in het water
Driekwart van de verdrinkingen in de afgelopen tien jaar vond plaats in open water. Dat geldt voor alle leeftijden. Bij ruim een kwart van de gevallen was niet bekend hoe het slachtoffer in het water terechtkwam. In de gevallen waarbij dat wél bekend was, gebeurde 63 procent na een val, 21 procent tijdens het zwemmen en 12 procent tijdens het baden in badkuip.
Het aantal mensen dat na een val in het water terechtkomt en verdrinkt neemt toe met leeftijd. Bij mensen van 60 jaar of ouder was een val in het water bij 69 procent de aanleiding om te verdrinken. In de afgelopen tien jaar was dit percentage het laagst onder tieners, met gemiddeld 27 procent. Van de kinderen jonger dan 10 jaar verdronk 58 procent doordat ze in het water vielen. Oorzaken van de val zijn bijvoorbeeld uitglijden, alcoholgebruik, onwelwording, of dementie.
Bij jongeren van 10 tot 20 jaar vonden de meeste (54 procent) verdrinkingen plaats tijdens het zwemmen in het open water.
Meer verdrinkingen onder niet in Nederland geboren kinderen
Van 2015 tot en met 2024 verdronken 61 kinderen jonger dan 10 jaar, en 48 kinderen en jongeren tussen de 10 en 20 jaar. Van hen had meer dan de helft een niet-Nederlandse herkomst: ze zijn zelf in het buitenland geboren (migranten), of één of beide ouders zijn in het buitenland geboren (tweede generatie).
Vooral onder jonge kinderen en tieners blijkt een groot verschil in risico op verdrinking tussen kinderen met een Nederlandse of een andere herkomst. Onder kinderen tot 10 jaar die in een land buiten Europa zijn geboren, was het risico op verdrinking 11 keer groter dan onder kinderen met een Nederlandse herkomst. Onder 10- tot 20-jarigen was dit risico 16 keer zo groot. Bij kinderen die zelf in Nederland zijn geboren, maar hun ouders buiten Europa, is het verdrinkingsrisico ruim 3 keer groter dan onder kinderen met een Nederlandse herkomst. Ook in de andere leeftijdsgroepen hebben migranten een hoger verdrinkingsrisico.
Meeste verdrinkingen in Amsterdam-Amstelland en Rotterdam Rijnmond
In de afgelopen tien jaar verdronken de meeste mensen in de veiligheidsregio’s Amsterdam-Amstelland en Rotterdam Rijnmond, met in beide regio’s 89 accidentele verdrinkingen. Dat is 20 procent van het totaal. Van de verdrinkingsgevallen van mensen die niet in Nederland wonen, gebeurde 20 procent in de gemeente Amsterdam.
In verhouding tot het oppervlaktewater verdronken de meeste mensen in Brabant Zuid-Oost en in Limburg-Zuid. In Brabant Zuid-Oost waren dit de afgelopen tien jaar 1,93 verdrinkingen per vierkante kilometer water, in Limburg-Zuid 1,83.
Bron: CBS