De sensor wordt inmiddels vergoed vanuit het basispakket
Wat als een arts kan ingrijpen voordat een patiënt met hartfalen wordt opgenomen? Promovendus Hamraz Mokri (Erasmus School of Health Policy & Management) deed onderzoek naar een implanteerbare sensor die hartpatiënten levenslang kunnen dragen. Uit haar proefschrift blijkt dat de technologie ziekenhuisopnames voorkomt en kosteneffectief is. De sensor wordt inmiddels vergoed vanuit het basispakket.
Een sensor ter grootte van een munt in een longslagader, een kussen met meetapparatuur en gegevens die vervolgens via een beveiligde internetverbinding naar de cardioloog worden gestuurd. Het klinkt futuristisch, maar in Nederland maken inmiddels honderden hartpatiënten gebruik van deze technologie. Promovendus Hamraz Mokri onderzocht of deze vorm van remote patient monitoring (RPM), ofwel monitoren op afstand, de zorg voor mensen met hartfalen verbetert. En de centrale vraag in haar proefschrift: staan de kosten in verhouding tot de baten?
De sensor meet de vullingsdruk van het hart. Een hogere vullingsdruk duidt op verslechtering van hartfalen. Door deze op afstand te volgen, kan de cardioloog sneller ingrijpen en ziekenhuisopname voorkomen. De patiënt hoeft slechts enkele minuten per dag op een speciaal kussen met antenne te liggen. De meetgegevens gaan automatisch naar het ziekenhuis, waar een team ze beoordeelt. “Zo kunnen behandelaren ingrijpen, bijvoorbeeld door medicatie aan te passen of door contact op te nemen met de patiënt,” legt Mokri uit.
Ziekenhuisopnames voorkomen
Volgens de promovenda kan de technologie ziekenhuisopnames voorkomen. Hoewel in Nederland nog niet precies is vastgesteld hoeveel opnames met deze technologie worden voorkomen, zijn er sterke aanwijzingen uit andere studies. In een grote Amerikaanse studie, de zogenoemde CHAMPION-trial , daalde het aantal ziekenhuisopnames bij hartfalenpatiënten met 30 tot 40 procent.
In de Nederlandse MONITOR-HF-studie werden tussen 1 april 2019 en 14 januari 2022 in totaal 348 patiënten willekeurig verdeeld over twee groepen: de CardioMEMS-groep en de controlegroep. De gegevens, zoals reguliere polibezoeken en ziekenhuisopnames, werden vergeleken. Bovendien keken de onderzoekers niet alleen naar medische uitkomsten, maar ook naar de beleving van patiënten en hun zorggebruik. “Het ging best wel goed gedurende de studie. Patiënten vonden de dagelijkse routine goed te doen.” Ook de vragenlijsten lieten een positieve trend zien: “We zagen ook een verbetering in kwaliteit van leven, onder meer door vroeg ingrijpen, lager opnameaantal en een groter gevoel van zekerheid.”
Hartfalen legt veel druk op het zorgsysteem
Hartfalen is niet alleen een ingrijpende ziekte voor patiënten, het legt ook een grote druk op het zorgsysteem. Patiënten worden frequent opgenomen en het aantal mensen met hartfalen neemt toe door vergrijzing. Dat maakt de economische kant van dit onderzoek extra relevant. “Zo’n sensor kost ongeveer tienduizend euro per patiënt,” zegt Mokri. “Dat is een flinke investering. Maar als je daarmee ziekenhuisopnames voorkomt, die vaak duizenden euro’s per keer kosten, dan verdien je dat op termijn terug.”
In haar economische analyse kwam Mokri tot een veelzeggend getal: de kosten per gewonnen levensjaar (de bij gezondheidseconomen welbekende QALY) lagen net boven de €20.000. Dat is fors onder de Nederlandse drempel van €50.000 per QALY, die wordt aangehouden om te bepalen of iets kosteneffectief is. “Dat betekent dat deze technologie de investering waard is,” aldus Mokri. Het Zorginstituut, dat beslist wat vergoed wordt in het basispakket, gebruikte de studie uit haar proefschrift, en sinds mei 2024 wordt de sensor dan ook vergoed.
Toch is implementatie van deze technologie volgens de promovenda niet vanzelfsprekend. “In de praktijk moeten artsen en verpleegkundigen bereid en in staat zijn om met deze technologie te werken. Daarnaast zijn voor een goede implementatie van deze systemen zowel organisatorische als infrastructurele aanpassingen nodig,” benadrukt Mokri. “En dat kan een uitdaging zijn, zeker als het bekijken van alle data extra werk oplevert.”
AI kan behandelaars helpen
Volgens Mokri ligt daar een belangrijke kans voor verdere innovatie: “Met de komst van kunstmatige intelligentie worden deze monitoren-op-afstand-technieken nog slimmer. Denk aan systemen die automatisch grote hoeveelheden meetgegevens bekijken en veranderingen op tijd herkennen. Zo kan de arts eerder ingrijpen en de behandeling beter aanpassen aan wat een patiënt echt nodig heeft.”
Er zijn in Nederland naar schatting 300 tot 400 patiënten per jaar die in aanmerking komen voor deze sensor. Wat Mokri betreft is dit pas het begin. “Hartfalen is een ziekte met grote impact, zowel op individuen als op de zorg. Door vergrijzing zal het probleem alleen maar toenemen. We moeten dus blijven zoeken naar slimme, werkbare oplossingen. En dit is er daar één van.”