Kans op darmkanker is groter bij mensen die een ernstige voedselinfectie door salmonella hebben opgelopen
Mensen die een ernstige voedselinfectie oplopen van een specifieke salmonellabacterie, hebben tot drie keer meer kans op het krijgen van darmkanker. Dat blijkt uit een recent onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Antoni van Leeuwenhoek en het VU medisch centrum in Amsterdam.
Hun bevindingen zijn onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE. “Even ter vergelijking: rood vlees eten geeft een 1,2 keer hoger risico op het krijgen van darmkanker”, zegt Sjaak Neefjes. Hij is hoogleraar Chemische Immunologie van het LUMC. Het gaat om een besmetting met Salmonella enteritidis, een bacterie die voorkomt op kipproducten en rauwe eieren. “Als je je eten goed verhit, is er niks aan de hand.”
Landelijk onderzoek
Neefjes buigt zich al langer over de vraag of salmonellabacteriën de kans op kanker vergroten. Hij liet eerder zien hoe salmonella gezonde cellen in kankercellen omzet en heeft dat bij proefdieren herhaald. Hier zag hij hoe die darmkanker kregen na een grote infectie met salmonella. Dat vormde voor hem de aanleiding om een nieuw, landelijk onderzoek te starten.
Daarbij is gekeken naar de gegevens van zo’n 160.000 darmkankerpatiënten, van wie ongeveer 30.000 mensen eerder voedselvergiftiging opliep door een salmonella-infectie. “Die mensen zijn flink ziek door zo’n infectie, gaan naar de huisarts of medische specialist en krijgen dan de diagnose ‘salmonella’. Het RIVM houdt bij hoeveel Nederlanders ziek worden door deze bacterie”, legt Neefjes uit. Deze gegevens zijn met hulp van het Centraal Bureau voor de Statistiek gekoppeld aan de database van de Nederlandse Kankerregistratie, waarin wordt bijgehouden hoe vaak verschillende vormen van kanker voorkomen in Nederland.
Eerder onderzoeken
Wat bleek? Een gediagnostiseerde infectie met Salmonella enteritidis maakt de kans dat iemand darmkanker krijgt tot drie maal groter. “Dit is een belangrijke vinding met veel consequenties, maar moet zorgvuldig gebruikt worden. Het is immers altijd mogelijk dat er een andere reden is voor dit verband, alhoewel wij die niet gevonden hebben”, aldus Neefjes. Daarom gaan hij en zijn collega’s eenzelfde soort onderzoek uitvoeren in het buitenland om de Nederlandse bevindingen te bevestigen. De uitkomst hiervan is van belang voor de Gezondheidsraad, het adviesorgaan dat vaststelt wie voor screening op darmkanker in aanmerking komt.
De publicatie is te lezen op website van PLOS ONE.