Nierschade blijkt niet alleen gepaard te gaan met hartschade, maar ook met schade aan het brein.
Schade die zich vertaalt in lagere cognitieve prestaties en/ of depressie. De achteruitgang in cognitieve prestaties komt overeen met een veroudering van drie jaar. Dat blijkt uit recent onderzoek, uitgevoerd door wetenschappers van het Maastricht UMC+.
De gezondheidsproblemen als gevolg van gevorderd nierfalen zijn al lange tijd bekend. Met name het hart en de bloedvaten blijken kwetsbaar voor ziekte als de nieren hun functie niet meer kunnen uitoefenen. Uit het onderzoek uitgevoerd aan het Maastricht UMC+ blijkt nu dat er ook al schade kan worden waargenomen nog voordat er sprake is van gevorderd nierfalen. Ook bij slechts een milde vermindering van de nierfunctie kan al schade aan andere orgaansystemen worden waargenomen, waarbij de belangrijkste bevinding van het onderzoek was dat deze schade ook het brein betreft in de vorm van lagere cognitieve prestaties en depressie.
De onderzoekers hebben aanwijzingen gevonden dat de relatie tussen chronische nierschade en gezondheidsproblemen buiten de nieren mede kan worden verklaard door uitgebreide schade aan de allerkleinste bloedvaten (de microcirculatie). Die schade werd vastgesteld door de microcirculatie in het netvlies en in de huid te meten. Verdere onderzoeksresultaten brachten aan het licht dat (meer) lichaamsbeweging en (minder) zitten mogelijke aangrijpingspunten zijn voor het voorkomen van nierschade in het algemeen.
1 op de 10
Chronische nierschade treft ongeveer 1 op de 10 personen. Er is sprake van chronische nierschade wanneer gedurende langere tijd de werking van de nieren verminderd is en/of er sprake is van een verhoogde uitscheiding van het eiwit albumine in de urine (albuminurie). Chronische nierschade vormt een bedreiging voor de volksgezondheid, ook al omdat het vaak gepaard gaat met hart- en vaatziekten. De relatie tussen beginnende nierschade en afwijkingen in andere orgaansystemen is echter beperkt onderzocht.
Om meer inzicht te krijgen in mogelijke risicofactoren voor en gevolgen van chronische nierschade in de algemene bevolking heeft Remy Martens, internist in opleiding aan het Maastricht UMC+, onderzoek gedaan naar dit fenomeen. Hiervoor zijn gegevens gebruikt van De Maastricht Studie, een groot onderzoek onder duizenden mensen in de regio Maastricht-Heuvelland naar diabetes type 2 en andere chronische aandoeningen. Bij het onderzoek van Martens zijn ongeveer 3000 mensen tussen 40-75 jaar onderzocht. Naar de relatie tussen nierschade en het functioneren van het brein is al meer onderzoek gedaan, maar nooit in zo’n diverse populatie.
Bron: Maastricht UMC+