Vorige jaar besteedde de New York Times een alarmerend artikel aan het groeiende probleem

De ziekmakende schimmel Candida auris, opgedoken in 2009, is moeilijk te verdelgen. Hij is resistent voor veel schimmeldodende middelen en niet eenvoudig te diagnosticeren. Onderzoekers van het Radboudumc, CWZ en internationale collega’s hebben vastgesteld dat de menselijke afweer de schimmel goed herkent en waar de achilleshiel zit voor nieuwe, effectieve medicijnen. Ondertussen moet de dreiging van deze opduikende ziekteverwekker voor de volksgezondheid niet worden onderschat.
 
In het ontstoken oor van een zeventigjarige Japanse vrouw werd in 2009 een onbekende schimmel ontdekt, die Candida auris werd genoemd. Waar C. auris ineens vandaan kwam was niet duidelijk, maar al snel daarna duiken overal ter wereld verschillende stammen op. Het blijkt een hardnekkige, niet eenvoudig op te ruimen schimmel, die bovendien meestal resistent is tegen schimmeldodende middelen, de zogenoemde fungiciden.

Vorige jaar besteedde de New York Times een alarmerend artikel aan het groeiende probleem. De auteurs noemen het voorbeeld van een met C. auris besmette man die na 90 dagen in het Mount Sinai ziekenhuis overlijdt. De schimmel, die zich in de tussentijd had genesteld in het matras, de gordijnen, de wanden, de telefoon; eigenlijk overal in de ziekenhuiskamer, kon alleen met heel veel moeite worden verwijderd. Alleen na speciale reiniging en verwijdering van een deel van het plafond en de tegelvloer kreeg het ziekenhuis de schimmel eronder.
 
Verminderde afweer
“We zijn met internationale collega’s C. auris gaan onderzoeken omdat er vrijwel niets bekend was over deze schimmel”, zegt Mariolina Bruno, van de afdeling Interne Geneeskunde in het Radboudumc. De onderzoeksresultaten zijn nu gepubliceerd in Nature Microbiology. Het onderzoek laat zien dat de schimmel vooral gevaarlijk is voor mensen met een verminderde afweer. Bruno: “Een goed functionerende afweer herkent de schimmel namelijk uitstekend en kan de schimmel vervolgens ook prima opruimen.”

Nauwkeurige bestudering van de menselijke afweerreactie op de infectie met C auris maakte duidelijk dat bepaalde bestanddelen van de celwand van de schimmel een essentiële rol spelen bij die herkenning. David Williams, East Tennessee State University: “Het gaat om unieke structuren die je bij andere schimmels niet tegenkomt. Die specifieke chemische structuren prikkelen het afweersysteem voldoende om in actie te komen en de schimmel op te ruimen.”
 
Resistent voor schimmeldodende middelen
Dat C. auris als een ernstige opkomende infectieziekte wordt beschouwd, zit hem vooral in het feit dat hij resistent is tegen veel desinfecterende en schimmeldodende middelen. Mensen met een invasieve C. auris schimmelinfectie hebben dertig tot zestig procent kans om eraan te overlijden. Juist vanwege de ongevoeligheid van de schimmel voor veel fungiciden. Alistair Brown, University of Exeter: “Ons onderzoek wijst niet alleen uit dat die celwandcomponenten belangrijk zijn voor de herkenning door het afweersysteem, maar ook dat ze onmisbaar zijn voor de schimmel. Medicijnen die selectief de productie en werking van deze componenten blokkeren, worden op dit moment op veiligheid en effectiviteit onderzocht. Mogelijk zit daar de ideale kandidaat bij om de schimmel aan te pakken.”

Omdat die celwandcomponenten onmisbaar zijn voor C. auris, is de kans op resistentie tegen zo’n nieuw medicijn klein. Voor het ontwikkelen van resistentie moet de schimmel op zijn minst in leven blijven, zodat hij zich stap voor stap kan aanpassen aan het nieuwe medicijn.
 
Diagnose en monitoring
Candida auris is familie van de veel bekendere schimmels Candida albicans, die bij vrouwen vaginale schimmel kan veroorzaken. In het onderzoek heeft C. albicans dan ook als vergelijkingsmateriaal gefungeerd. Bruno: “Enerzijds zien we daar dat C auris een betere afweerreactie oproept dan C. albicans. Anderzijds lijkt C. auris minder ziekmakend. Maar eenmaal in de bloedbaan zijn beide schimmels meestal levensbedreigend.”
Wat nog bijdraagt aan de problematiek is dat C auris niet zo gemakkelijk is te identificeren. Daardoor wordt hij gemakkelijk met andere schimmels verward, wat kan leiden tot vertraging van de behandeling. Jacques Meis, arts-microbioloog in het CWZ: “Eigenlijk moet je schimmels moleculair typeren zodat meteen duidelijk is met welke schimmel je te maken hebt, maar niet elk laboratorium heeft daarvoor de faciliteiten.” Eerder dit jaar pleitten hij en Paul Verweij (Radboudumc) voor het landelijk monitoren van ernstige schimmelinfecties om een beter inzicht te krijgen in de ziektelast en sterftecijfers.
 
Opwarming aarde?
De vraag waarom C auris ineens in 2009 opduikt is nog altijd niet beantwoord. De schimmel was ook niet te vinden in opgeslagen patiëntmateriaal van voorafgaande jaren, waardoor het inderdaad om een nieuwe of veranderde schimmel lijkt te gaan. Misschien ligt het aan de opwarming van de aarde, oppert de Amerikaanse microbioloog Arturo Casadevall in TIME. De meeste schimmels gedijen bij relatief lage temperatuur, maar door een stijging van de gemiddelde temperatuur is het volgens hem denkbaar dat een schimmel door zijn warmtegrens (thermal restriction) breekt en zo ineens ook het menselijk lichaam kan koloniseren.

“Een interessant gezichtspunt”, zegt Bruno, “maar zonder verder bewijs vooral nog heel speculatief. Los van de feitelijke ontstaansgeschiedenis of ‘geboorte’ van C. auris, biedt het artikel in Nature Microbiology informatie over hoe de interactie tussen de mens en de schimmel C. auris verloopt: hoe de schimmel het afweersysteem prikkelt, waar de farmacologische achilleshiel van C. auris is te vinden en waar kansen liggen voor een eventuele immunotherapie.”