Indien een zorgaanbieder geen zorg meer kan leveren horen zorgverzekeraars en zorgkantoren dit te melden aan hun verzekerden
Zorgverzekeraars (Zvw) en zorgkantoren (Wlz) moeten op tijd signaleren of een zorgaanbieder in de problemen komt en mogelijk geen zorg meer kan leveren. Dit is zogenoemde vroegsignalering. Een verzekeraar heeft zorgplicht voor zijn verzekerden en moet er voor zorgen dat mensen dan toch de zorg blijven krijgen die zij nodig hebben. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) constateert dat alle verzekeraars een systeem hebben om signalen op te vangen. Wij zien alleen wel dat niet alle systemen volledig zijn.
Verzekeraars verzamelen vooral feitelijke, harde signalen. Daarbij denken we aan snelle bestuurswisselingen of informatie over de financiële positie van de zorgaanbieder. Maar niet alle systemen bevatten de zachte signalen over het gedrag en de cultuur bij een aanbieder. Dan gaat het bijvoorbeeld om daling van het vertrouwen in het bestuur of plotselinge gedragsveranderingen tijdens de onderhandelingen om een nieuw contract. Verzekeraars moeten er scherp op zijn dat een zorgaanbieder goed wordt bestuurd.
Om de vroegsignalering te verbeteren doen wij verschillende aanbevelingen. Wij vinden dat verzekeraars met zorgaanbieders in gesprek moeten gaan, ook als het gaat om zachte signalen. Het is belangrijk dat signalen goed beoordeeld worden en de uitkomst kan daarom niet afhankelijk zijn van één persoon bij het zorgkantoor. Ook moeten zij tijdig stappen zetten. Bijvoorbeeld door eerder de raad van toezicht van een zorgaanbieder aan te spreken als zij vermoeden dat er problemen zijn. Hiervoor is lef nodig. Verzekeraars moeten hun nek durven uitsteken en de grenzen van hun mogelijkheden opzoeken om vroegtijdig problemen op te lossen. Wij gaan de komende maanden in gesprek met de verzekeraars om onze aanbevelingen toe te lichten.