Het Openbaar Ministerie (OM) gaat de tabaksproducenten niet vervolgen, omdat volgens het OM de tabaksproducenten niet in strijd met de wet- en regelgeving handelen.
Het Openbaar Ministerie (OM) ziet binnen de huidige wet- en regelgeving geen mogelijkheden voor een kansrijke vervolging van de tabaksproducenten. Het OM zal om die reden dan ook geen verder onderzoek doen. Roken is dodelijk en het ontwerp van sigaretten draagt daar aan bij, maar de tabaksproducenten handelen volgens het OM niet in strijd met de wet- en regelgeving.
Strafrechtadvocate mr. Bénédicte Ficq deed op 29 september 2016 aangifte tegen de vier grootste tabaksproducenten in Nederland. Ze deed de aangifte namens de Stichting Rookpreventie en twee ex-rokers. Nadien hebben in 2017 en 2018 nog eens tientallen (rechts)personen – waaronder diverse ziekenhuizen en verslavingsklinieken – zich bij de aangifte aan gesloten. Ook werd de aangifte op onderdelen aangevuld. Volgens aangevers zijn de sigaretten ‘deadly bij design’. Dit wil zeggen dat sigaretten doelbewust zodanig zouden zijn ontworpen, gemanipuleerd en geproduceerd, dat verslaving aan het tabaksproduct snel intreedt en vervolgens aanhoudt. Hierdoor wordt volgens de aangevers de wilsvrijheid van de gebruiker beperkt. De tabaksproducenten wordt in de aangifte verweten dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan poging tot doodslag en/of moord, poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade en/of poging tot opzettelijke benadeling van de gezondheid met voorbedachten rade, valsheid in geschrift en het in de handel brengen van tabaksproducten die niet voldoen aan de wettelijke eisen, zoals aan maximale emissieniveaus.
Analyse aangifte
Het Openbaar Ministerie heeft de aangifte en de diverse toelichtingen daarop geanalyseerd. Vervolgens is beoordeeld of er aanknopingspunten zijn om tot strafrechtelijke vervolging over te gaan. Het OM concludeert met de aangevers dat roken schadelijk is voor de gezondheid, maar het OM acht een succesvolle strafrechtelijke vervolging van de tabaksproducenten gezien de huidige wet- en regelgeving en jurisprudentie niet haalbaar.
Het OM heeft niet alleen de strafbare feiten genoemd in de aangifte onderzocht, maar ook gekeken of mogelijk sprake was van andere strafbare feiten. Ook daarvoor ziet het OM onvoldoende aanknopingspunten om een strafrechtelijk onderzoek te starten tegen de tabaksproducenten.
Het strafrecht kan om die reden dan ook geen bijdrage leveren om de door roken veroorzaakte schade te stoppen of te verminderen.
Valsheid in geschrift en overtreding Tabaks- en rookwarenwet
Dat roken ongezond is en aanmerkelijke gezondheidsrisico’s met zich brengt, is al sinds jaren algemeen bekend. Niet alleen de tabaksproducenten, tot wie aangevers zich richten, maar ook tabaksgebruikers en de overheid zijn op de hoogte van de schadelijke gevolgen van roken. Toch zijn sigaretten en andere tabaksproducten legaal verkrijgbare genotsmiddelen. De producenten en verkopers dienen daarbij echter wel te voldoen aan (Europese) wet- en regelgeving.
De nationale wetgeving en de Europese regelgeving verplichtten producenten tot 20 mei 2016 om de emissiewaarden zoals gemeten volgens de ISO-tests te vermelden. Een andere test was niet toegestaan. Ook de oudere regelgeving kende een dergelijke verplichting. Van 1994 tot 20 mei 2016 verplichtte de tabaksregelgeving de producenten de uitslag van de ISO-test op de sigarettenpakjes te zetten. Deze methode was ook toen (bij uitsluiting van andere testen) aangewezen als metingsmethode om vast te stellen of voldaan was aan de maximum TNCO-waarden. Het resultaat van die test diende één op één overgenomen te worden op sigarettenpakjes. Dat de emissiewaarden voor rokers vervolgens in werkelijkheid mogelijk anders zouden zijn, doet er niet aan af dat de wet voorschreef dat ‘de uitslag van de emissietests volgens de ISO-normen moest worden vermeld’. De tabaksproducenten handelden dan ook conform de wettelijke voorschriften. Onder die omstandigheden kan naar de mening van het OM geen veroordeling volgen voor valsheid in geschrift.
Hetzelfde geldt voor het toevoegen van additieven of het toevoegen van ventilatiegaatjes. Zolang producenten voldoen aan de eisen die de Europese Tabaksproductenrichtlijn op dit punt stelt, is het de tabaksproducenten toegestaan additieven of ventilatiegaatjes aan tabaksproducten toe te voegen. Er is niet gebleken dat de tabaksproducenten hiermee in strijd handelen met de Europese Tabaksproductenrichtlijn en nationale regelgeving.
Overheden waren ook op de hoogte van het bestaan van deze ventilatiegaatjes en het feit dat de testresultaten daardoor worden beïnvloed. Deze wetenschap heeft de (Europese dan wel Nederlandse) wet- en regelgever echter geen aanleiding gegeven de regels aan te passen. Voor een strafrechtelijk onderzoek naar de tabaksproducenten ten aanzien van deze feiten is dan ook geen aanknopingspunt.
Poging tot moord dan wel doodslag en/of poging tot zware mishandeling met voorbedachte rade
Voor een veroordeling van elk van de levens- en geweldsdelicten is vereist dat de gezondheidsschade veroorzaakt door sigaretten aan de tabaksproducenten kan worden toegerekend. Het OM concludeert dat het daarvoor vereiste causale verband in deze specifieke casus ontbreekt.
Dat roken verslavend is, is inmiddels ook breed bekend bij iedereen die met roken begint. Hoewel natuurlijk niet te ontkennen valt dat het sigarettenaanbod een belangrijke voorwaarde is voor het gedrag van de roker, moet het Openbaar Ministerie tegelijkertijd constateren dat het handelen van tabaksproducenten in overeenstemming is met de nationale en Europese regelgeving. Tabaksproducenten bieden derhalve een legaal product aan, waarbij zij gebruikers ook actief moeten waarschuwen voor de risico’s op gezondheidsschade. Gelet op al deze omstandigheden is het Openbaar Ministerie van oordeel dat het uiteindelijk de roker zélf is die – zich bewust zijnde van de gezondheidsrisico’s – de aanzienlijke kans op eigen gezondheidsschade aanvaardt door met roken te beginnen of (als hij eenmaal is begonnen) niet daarmee stopt. Niet iedereen start met roken en er zijn ook mensen die stoppen met roken. Deze keuzevrijheid in de keten van oorzaak tot gevolg maakt dat de negatieve gevolgen van het roken in strafrechtelijke zin niet meer kunnen worden toegerekend aan de tabaksproducenten. Deze omstandigheid staat aan een succesvolle vervolging van de tabaksproducenten voor de levens- en geweldsdelicten in de weg.
Analyse mogelijke andere strafbare feiten
Het OM heeft naast de in de aangifte aangedragen delicten ook nog gekeken of vervolging voor andere strafbare feiten succesvol is te achten. In dit kader heeft het OM gekeken naar oplichting, verkopersbedrog en het op de markt brengen van producten met een schadelijker karakter dan bekend is gemaakt door de tabaksproducenten. Ook bij deze strafbaarstellingen staan omstandigheden, zoals het ontbreken van causaal verband of het voldoen aan wettelijke voorschriften, aan een succesvolle vervolging van de tabaksproducenten in de weg.
Voor een uitgebreide juridische analyse, zie PDF (pdf, 1.2 MB).
Conclusie
Na onderzoek en analyse van de door aangevers aangedragen delicten, als ook andere mogelijk relevante strafbaarstellingen in het Wetboek van Strafrecht, constateert het OM dat een succesvolle vervolging -een vervolging die eindigt in een veroordeling- van de tabaksproducenten niet haalbaar is binnen de huidige regelgeving en kaders. Sigaretten zijn een legaal (en gereguleerd) genotsmiddel. Roken is schadelijk voor de gezondheid, maar het strafrecht biedt niet de handvatten om deze schadelijkheid tegen te gaan. De productie en verkoop van sigaretten is toegestaan onder voorwaarden zoals vastgelegd in de wet. Het OM ziet geen aanwijzingen dat het aanbieden van sigaretten gebeurt in strijd met de kaders die de wetgever heeft gesteld.
Met de aangifte is de schadelijkheid van roken hoog op de agenda geplaatst en is het maatschappelijk debat over roken aangezwengeld. De staatssecretaris van VWS kondigde afgelopen jaar aan dat hij een einde wilde maken aan wat de ‘sjoemelsigaret’ is gaan heten. Hij maande Europa toen al om vaart te maken met de invoering van een systeem dat meet hoe schadelijk sigaretten werkelijk zijn, omdat de huidige methode daarin tekort schiet, aldus VWS.